De Amazonerivier en het gelijknamige regenwoud bestrijken een aanzienlijk deel van noord-Peru en midden tussen dit regenwoud ligt een heel bijzondere stad verborgen: Iquitos. In heel Zuid-Amerika zijn er plekken en mogelijkheden om de jungle in te gaan en veel mensen vragen zich dan ook af waar dat het beste kan. Het antwoord op die vraag blijf ik je schuldig, maar Iquitos is wel een geweldige plek om in Peru de jungle te bezoeken en zo binnen dit land een compleet ander klimaat te ervaren ten opzichte van de eerdergenoemde hooglanden.
Verborgen pareltje
Iquitos staat bekend als de grootste stad van de wereld die niet via de openbare weg bereikbaar is. De stad met ruim 400.000 inwoners kan bereikt worden met het vliegtuig of met een boot over de Amazonerivier. Wij kozen voor het eerste en zijn met een binnenlandse vlucht vanaf de Peruaanse hoofdstad Lima in ongeveer twee uur naar Iquitos gevlogen. Overigens, mocht je de tijd hebben, dan is de tocht afleggen per boot ook ontzettend aan te raden, omdat je via die weg veel meer ziet van de indrukwekkende omgeving. Het is ook mogelijk om vanaf Iquitos door te varen naar Leticia. Dit is een klein Colombiaans stadje op het drielandenpunt met Peru en Brazilië midden in de jungle. Vaals, eat your heart out. Kanttekening bij het reizen per boot is wel dat punctualiteit en planning over het algemeen niet de kernkwaliteiten zijn van de schippers, dus houdt rekening met vertragingen.
Geschiedenis van Inquitos
De stad is groot geworden ten tijde van de rubberboem. Rubber was enorm in trek eind 19de en begin 20e eeuw en voor de Spanjaarden was Iquitos een goede uitvalsbasis. In die jaren trok de stad dan ook veel Europeanen aan die van grote invloed zijn geweest op de verdere ontwikkeling. Zo zie je de invloeden duidelijk terug als je door het centrum loopt langs de kleurrijke koloniale gebouwen. De oorspronkelijke inwoners van het gebied bouwden hun huizen van hout en ander natuurlijk materiaal dat voorhanden was, wat ook nog steeds zichtbaar is in de armere wijken aan de rivier of bij kleine dorpjes in de buurt van de stad.
Toegangspoort tot het regenwoud
Als gezegd is de locatie van de stad heel bijzonder. Tijdens onze vlucht was het behoorlijk helder, waardoor we een redelijk goed beeld konden krijgen van het gebied waar we over vlogen. Niet geheel verrassend zagen we veel, heel veel bomen. Het regenwoud is enorm en zo ver als we konden kijken zagen we het strekken. Het feit dat je daarom opeens landt in een stad die qua grootte in Nederland alleen Den Haag, Rotterdam en Amsterdam voor zich moet dulden, is dan ook heel bijzonder. Omdat de stad niet verbonden is met het wegennet van de rest van Peru, zijn er ook bijna geen auto’s. De inwoners verplaatsen zich bijna uitsluitend met mototaxi’s. Dit voertuig is een soort kruising tussen een motor en een koets. Het voorste deel is een motor met motorblok, het achterste deel een karretje. Werkelijk overal in de stad rijden deze herriemakers rond, wat een bijzonder sfeertje geeft. Ons eerste ritje van het kleine vliegveld naar het stadscentrum was best even spannend, maar het is vooral een erg leuke manier om je te verplaatsen. Aan aanbod ook geen gebrek overigens, je hoeft maar iemand iets te lang aan te kijken en ze vragen al of je een ritje wil. De afstanden zijn nooit erg groot, dus een rit zal je niet meer kosten dan een paar Sol.
Stad van de markten
Iets wat de stad toch wel echt bijzonder maakt, zijn de markten. De hele stad kent slechts één supermarkt, die niet veel groter is dan de gemiddelde AH to go en waar de prijzen relatief hoog liggen, omdat vrijwel alles geïmporteerd moet worden. Markten zijn de manier om aan je eten te komen en er zijn er dan ook meerdere verspreid over de stad. De grootse en bekendste is die van Beelen. Dit is een van de armste wijken van de stad, waardoor we van meerdere mensen het advies kregen niet te ver de wijk in te lopen en er ook niet na zonsondergang nog rond te hangen. Voor het bezoeken van de markt is dat laatste ook helemaal niet nodig, want die begint al zeer vroeg in de ochtend. Vanaf zes uur in de morgen worden de kraampjes opgetuigd waar je eindeloos langs kunt dwalen. Meerdere straten worden bijna volledig volgepakt met kraampjes, dus je er tussendoor manoeuvreren is nog best een uitdaging. Terwijl je over de markt loopt zie je de mooiste stukken vers fruit uit de jungle wat een heel kleurrijk en vrolijk beeld geeft. Ook aan vis en kip is er geen gebrek, al moet hierbij vermeld worden dat wij rond een uur of elf in Beelen aankwamen en alle kippen toen dus al ruim vijf uur in de zeer warme buitenlucht lagen. Wij zijn voor vegetarische avondjes gegaan (en af en toe tonijn uit blik, dat vertrouwden we wel).
Jungle!
Leuk die geschiedenis, gebouwen en markten, maar uiteindelijk komt vrijwel elke reiziger naar deze stad om één reden: de jungle. Wij vormden hierop geen uitzondering. In het centrum van de stad struikel je over bureautjes die allemaal voor de “beste” prijs dagtrips of meerdaagse trips naar het regenwoud bieden. Wij hadden onze jungle trip van tevoren online geboekt, wat fijn was want daardoor stond zowel de kwaliteit als de prijs al vast. Dagtrips de jungle in zijn dus mogelijk, maar als je de tijd hebt raad ik zeer aan om langer te gaan, zodat je dieper de jungle in kan en er ook kan overnachten. Wij hebben gekozen voor een driedaagse trip. Tijdens deze trip sliepen we in een ecolodge, iets wat werd aangeraden voor mensen die voor het eerst de jungle bezoeken. De lodge lag in de jungle, maar was verder van veel gemakken voorzien. Zo sliepen we op normale bedden, in kamers volledig omgeven door gaas en we hadden in de avond een uurtje stroom. Maar goed, iets minder gemakken is natuurlijk ook prima, want dat is natuurlijk totaal niet waar je voor komt. De jungle zelf is adembenemend. Overal om je heen hoor en zie je leven, het is er nooit stil en elke stuk is anders. Wij waren er in het nattere seizoen, waardoor we veel tochten per boot hebben afgelegd, zowel op de Amazone zelf, als op kleine zijtakken de jungle in. Hierbij zagen we apen, luiaards, ontzettend veel vogels, piranha’s en roze zoetwaterdolfijnen. Ook hebben we een avondwandeling gemaakt om onze lodge heen. Best spannend, maar we hadden zowel voor als achter onze groep van vijf een gids lopen, beiden bewapend met een kapmes en zaklamp. Tijdens deze wandeling zagen we een slang, tarantula’s en meerdere grote insecten. De echt gevaarlijke beesten hebben we niet in het wild gezien, maar wel in een van de vele rescue centres die dieren als anaconda’s en kaaimannen weghalen van de zwarte markt. Al met al is een tocht en verblijf in de jungle ontzettend aan te raden en iets wat je voor altijd bijblijft!
Overnachten in Iquitos
In Iquitos verbleven we op twee verschillende locaties. In totaal hebben wij vijf nachten in de stad geslapen (drie voor de jungle tour, twee erna) wat redelijk veel was. Eén á twee nachten voor en minstens een nachtje er na zal voor veel mensen voldoende zijn.
Hostel The Amazon Within, Iquitos
Hostel The Amazon Within is een echt backpackershostel. Dit was heel gezellig en relaxed. Er zat een tuin bij waar we meerdere andere reizigers hebben ontmoet en waarmee we de stad hebben verkend. Als je gaat voor iets meer luxe en comfort is het niet de eerste aanrader, maar voor gezelligheid zeker wel.
Iguana House, Iquitos
Ons tweede verblijf bij Iguana House was ook echt fantastisch. In dit guesthouse verbleven we na de jungletocht, waardoor lekker kunnen uitrusten een grote voorwaarde was. Dat kon optimaal op deze relaxte plek. Het heeft slechts een paar kamers die gelegen zijn om een binnenpleintje met zwembad en hangmatten: top! Deze plek was verder niet heel bruisend, dus voor mensen die alleen reizen en actief mensen op willen zoeken is het niet de beste spot.
De jungle tour: 3-daagse Amazon Jungle Tour bij Sinchicuy Lodge
De tour die we hebben gedaan is ook erg aan te raden. Onze gids sprak goed Engels en had zeer veel passie voor de jungle. Online staan er overigens veel tours die qua aanbod op elkaar lijken, dus op basis van recensies kan je prima een vergelijkbare tour kiezen.