De eerste plek vanaf Lima gezien is Pisco. Dit stadje is de ideale uitvalsbasis voor een bezoek aan de Ballestaseilanden. Een beschermd natuurgebied met onder andere pelikanen, zeeleeuwen en pinguïns. Een dik uur verder ligt Ica, de uitvalsbasis voor de oase van Huacachina. Een stukje hieronder ligt vervolgens Nazca. Deze stad wordt vooral bezocht door mensen met een sterke maag, want het absolute hoogtepunt – de Nazca lijnen – kan je eigenlijk alleen maar vanuit een zeer klein vliegtuigje bekijken… succes!
Uitvalbasis Ica
Wij besloten een keuze te maken en naar één van de bestemmingen te gaan op onze doortocht richting Arequipa. Het werd Ica. Dit kleine stadje in de woestijn ligt op een dikke vier uur rijden van Lima. Met veel busmaatschappijen kan je in Ica komen en de bussen vertrekken de hele dag door. De meeste overigens wel vanaf de busterminal in Lima, dus daar moet je even zien te komen, wat best een uitdaging kan zijn door het op zijn zachtst gezegd soms wat wilde en drukke verkeer. Tickets koop je eenvoudig online via sites als Busbud.com en dergelijke. Wij gingen met busmaatschappij Cruz del Sur wat goed is bevallen. Een alternatief voor de reiziger die meer vastigheid wil is Peruhop. Dit is een busservice die stopt op populaire bestemmingen in heel Peru (waaronder de drie eerdergenoemde) en waarbij je eenmalig een ticket koopt voor het hele land. Je kan op hun bussen “hoppen” wanneer dat uitkomt en wordt in grote steden ook bij je hotel of hostel gebracht. Keerzijde is wel dat het relatief duur is.
Oase van Huacachina
Het stadje Ica zelf is niet veel aan, op het slaperige af. Er wonen bijna een kwart miljoen mensen, maar echt bruisen doet het niet. Dit is dan ook uitdrukkelijk niet de reden dat veel backpackers er een stop maken, dat is ook al snel duidelijk als je aankomt. Bij aankomst op de busterminal word je namelijk overladen door taxichauffeurs die je maar wat graag gelijk uit Ica weg willen brengen naar de plek waar het echt om draait: Huacachina. Huacachina is een prachtige oase midden tussen de zandbergen. De plek lijkt rechtstreeks uit een fata morgana van een uitgedroogde woestijnreiziger te komen lopen: water, palmbomen en prachtige kleuren. De oase was de enige natuurlijke oase in heel Zuid-Amerika wat het een bijzonder plek maakt om tijdens je reis te bezoeken. Nadruk ligt hier wel op het woord ‘was’, want ondertussen wordt er ook kunstmatig water naartoe gepompt. Ach, het maakt de foto’s er niet minder mooi om zullen we maar zeggen.
Overnachten in Ica
Wat verblijf betreft is het kiezen tussen Ica of Huacachina zelf. Wij kozen voor Ica, wat als voordeel had dat we dicht bij de bus zaten en in de stad, waardoor we ook wat boodschappen konden doen. We verbleven in The Sandboarders Guesthouse, waar onze zeer gastvrije host Pepe ons voorzag van verse maracujasap en een prima ontbijtje. In Huacachina slapen is natuurlijk qua omgeving een stuk mooier en dus ook zeker de moeite waard. Het is logischerwijs wel behoorlijk wat duurder in de kleine oase, maar aangezien de meeste reizigers er maar één nachtje doorbrengen is dit zeker een optie. Via mensen die we eerder hadden ontmoet kwamen bij het Wild Olive Hostel in Huacachina uit, wat er erg relaxed uit zag. Dit hostel had ook een terras aan de boulevard die uitkijkt op de oase, waar we heerlijk hebben genoten van een sapje en het uitzicht.
Lol in het zand!
Goed, zo’n oase is leuk, maar nadat je rond het water hebt gelopen en wat foto’s hier en daar hebt gemaakt, is het ook wel tijd voor actie, nietwaar? Nou, actie kan je krijgen. Als gezegd wordt de oase omringd door grote zandduinen. Deze kan je op. En af. Uiteraard zou je dit kunnen gaan lopen, maar dat is zwaarder dan het op het oog lijkt en die lol zou je snel vergaan, dus daar is een oplossing voor gevonden: sandbuggy’s. Deze woestijnjeeps rijden in grote getalen door de zandbergen en het is dan ook makkelijk om ergens in de oase of bij je hotel/hostel een tour te boeken. Het woord ‘tour’ kan de suggestie wekken dat je rustig wat gaat rondrijden om van het uitzicht te genieten, maar niets is minder waar. Een rit in zo’n buggy is het best te vergelijken met een achtbaan, met bijbehorende schreeuwgeluiden van de inzittenden er gratis bij. Met flinke snelheid rijden de chauffeurs de steile heuvels op en af. Daarnaast hebben ze vaak ook sandboards bij, dit biedt de mogelijkheid om bepaalde heuvels niet af te rijden, maar te boarden. Helaas was bij ons de tour wat kort om echt een minicursus sandboarden te krijgen, dus we hebben er niet op gestaan, maar zijn meer al sleeënd naar beneden gegaan. Alsnog met flinke snelheid wat erg leuk was! Naast de adrenaline was het overigens ook heel mooi. De buggy is een aantal keer gestopt middenin het woestijnlandschap wat een fantastisch uitzicht gaf en na afloop van de tour werden we gedropt op een zandberg direct naast de oase, zodat we vanaf daar de zonsondergang konden bekijken.